1. MWB
  2. Vertalen
  3. lebendig (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • lebendig > EN • lebendig > ES • lebendig > FR
Vertalingen lebendig DE>NL

I lebendig

bijv.naamw.
Uitspraak:  [leˈbɛndɪç]

1) lebend, am Leben - levend , levendig
sich mehr tot als lebendig fühlen - zich meer dood dan levend voelen
bei lebendigem Leib verbrannt werden - levend worden verbrand

2) lebhaft, temperamentvoll - levendig

3) anschaulich, interessant - levendig


II lebendig

bijwoord

deel van de uitdrukking: levendig
den Unterricht lebendig gestalten - het onderwijs levendig vorm geven

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
lebendig drukbezet ; wakker ; vol fut ; vief ; verhit ; oplettend ; levendig ; geanimeerd ; geagiteerd ; energiek ; dynamisch ; druk ; bezet ; beweeglijk ; alert ; gedetailleerd ; uitbundig ; pittig ; levendig ; levend ; krachtig ; helder
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `lebendig`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: agitiert
DE: aktiv
DE: am Leben
DE: angeheitert
DE: angeregt
DE: aufgebracht
DE: aufgeregt
DE: aufgeweckt
DE: ausgelassen
DE: beweglich