Vertalingen lasch DE>NL
I lasch
bijv.naamw.
1) kraftlos und ohne Energie -
slap , flauw ein lascher Händedruck - een slappe handdruk Sei nicht so lasch, lass uns spazieren gehen. - Doe niet zo flauw en ga mee wandelen. |
2) nicht streng genug -
slap II lasch
bijwoord
deel van de uitdrukking: slap , flauw Kontrollen zu lasch durchführen - controles te slap uitvoeren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
lasch | krukkig ; laks ; onbeholpen ; onhandig ; schutterig ; slungelig ; stumperig ; stuntelig ; sukkelig ; flauw ; lusteloos ; smaakloos ; smakeloos |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `lasch`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abgespanntDE: eckigDE: entspanntDE: flauDE: flegelhaftDE: gebrechlichDE: grobDE: hilflosDE: kantigDE: kraftlos