1. MWB
  2. Vertalen
  3. König (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • König > EN • König > ES • König > FR
Vertalingen König DE>NL

der König

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['køːnɪç]
Verbuigingen:  Königs , Könige

die Königin

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['køːnɪgɪn]
Verbuigingen:  Königin , Königinnen

1) Herrscher in einer Monarchie - koning
Elisabeth II., Königin von Großbritannien - Elisabeth II, koningin van Groot-Brittannië
Hier ist der Kunde König. - Hier is de klant koning.
König Fußball - koning voetbal

2) Spielkarte mit dem Bild eines Königs - koning
Herzkönig - harten koning
Pikkönig - schoppen koning

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Königde heer (m) ; de koning (m) ; de machthebber (m) ; de monarch (m) ; soeverein (znw.) ; de vorst (m)
König Koning ; koningsstijl ; R (Afkorting)
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `König`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Alleinherrscher
DE: Fürst
DE: Herrscher
DE: Kaiser
DE: Landesfürst
DE: Landesherr
DE: Monarch
DE: Pharao
DE: Souverän
DE: Zar