Vertalingen Knüppel DE>NL
der Knüppel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈknʏpəl] |
Verbuigingen: | Knüppels , Knüppel |
dicker Stock -
knuppel mit einem Knüppel auf jemanden einschlagen - met een knuppel op iemand inslaan Gummiknüppel - gummiknuppel |
jemandem Knüppel zwischen die Beine werfen (=jemanden bei einem Vorhaben behindern) - stokje tussen steken
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Knüppel | de knoet (m) ; de knots ; de knuppel (m) ; de ploertendoder (m) |
Knüppel | billet ; knuppel ; rangeerknuppel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Knüppel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: StabDE: StangeDE: Stock