zelfst.naamw.
Er ist einen Kopf größer als ich. - Hij is een kop groter dan ik. Sie bekam vor Anstrengung einen roten Kopf. - Zij kreeg van inspanning een rood hoofd. ein Kopf-an-Kopf-Rennen - nek-aan-nekrace von Kopf bis Fuß - van kop tot teen |
Kopf hoch! (=verwendet, um jemanden zu trösten) - Kop op!
|
Kopf und Kragen riskieren (=sein Leben oder seine Karriere riskieren) - zijn leven op het spel zetten
|
jemanden vor den Kopf stoßen (=jemanden kränken) - voor het hoofd stoten
|
jemandem den Kopf waschen (=jemanden scharf kritisieren) - iemand de oren wassen
|
jemandem etw. an den Kopf werfen (=jemandem etw. Unangenehmes sehr direkt sagen oder ihn beleidigen) - iets naar zijn hoofd slingeren
jemandem Beleidigungen / die Wahrheit an den Kopf werfen - iemand beledigingen / de waarheid naar het hoofd slingeren
|