Vertaal
Naar andere talen: • jammern > ENjammern > ESjammern > FR
Vertalingen jammern DE>NL

jammern

werkw.
Uitspraak:  [ˈjamɐn]

seinen Kummer oder seine Schmerzen ausgiebig äußern - jammeren , medelijden opwekken
Hör auf zu jammern und komm endlich! - Hou op met dat gejammer en kom eindelijk hier!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
jammern (ww.) griepen (ww.) ; zeiken (ww.) ; zagen (ww.) ; weeklagen (ww.) ; schreien (ww.) ; mopperen (ww.) ; klieren (ww.) ; jeremiëren (ww.) ; jammeren (ww.) ; huilen (ww.) ; etteren (ww.) ; emmeren (ww.)
das Jammern zeuren (ww.) ; het geween ; het geweeklaag ; het gejank ; het gejammer ; het gehuil
jammern janken
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `jammern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: betrauern
DE: eitern
DE: faseln
DE: flehen
DE: flennen
DE: Gebell
DE: Geheul
DE: Gejammer
DE: Geklage
DE: Geweine

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: mich jammert der Mann NL: ik heb medelijden met de man