Vertalingen Gejammer DE>NL
das Gejammer | het gebrom ; het gehuil ; het gejammer ; het gekanker ; het geklaag ; het gelamenteer ; het gemekker ; het gemopper ; het geweeklaag ; het gezanik ; het gezeur ; de jengel (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Gejammer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: flehenDE: GebellDE: GeheulDE: GeklageDE: GeleierDE: GemeckerDE: GequakeDE: GequengelDE: GeschimpfeDE: Geseufze