Guthaben - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen Guthaben DE>NL

das Guthaben

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈg uːthaːbən]
Verbuigingen:	Guthabens , Guthaben

Geldsumme bei einer Bank, über die man verfügen kann ^financieel - tegoed

Overige bronnen

das Guthaben	de activa ; het banktegoed ; de baten ; het bezit ; spaarcentjes (znw.) ; het spaargeld ; de spaarpenningen ; het tegoed
Guthaben	activa ; creditsaldo ; goederen ; tegoeden

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Guthaben`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Besitz
DE: Besitztum
DE: Eigentum
DE: Ersparnis
DE: Habe
DE: Kredit
DE: Spargroschen