Vertaal
Naar andere talen: • grau > ENgrau > ESgrau > FR
Vertalingen grau DE>NL

I grau

bijv.naamw.
Uitspraak:  [grau]

1) Mischfarbe aus schwarz und weiß - grijs
graue Haare bekommen - grijze haren krijgen
uitdrukking grau werden

2) langweilig und ohne positive, besondere Merkmale usw. - grauw


II das Grau

zelfst.naamw.
Verbuigingen:  Graus , Grau(s)

deel van de uitdrukking: grijsheid
die Wände in einem hellen Grau streichen - de muren lichtgrijs verven

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
das Graude kleurloosheid (v) ; grijze kleur (znw.) ; de grijsheid (v) ; grauwte (znw.) ; de grauwheid (v)
Grauhet grijs ; vaal ; niet helder ; mat ; grauwkleurig ; grauw ; glansloos ; flets ; dof ; beslagen ; grijs ; onvoldoende polijsten ; mat
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `grau`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anthrazit
DE: aschgrau
DE: beschlagen
DE: bleich
DE: blind
DE: diesig
DE: dumpf
DE: dumpfig
DE: dunkelgrau
DE: fahl