Vertaal
Naar andere talen: • blind > ENblind > ESblind > FR
Vertalingen blind DE>NL

I blind

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈblɪnt]

1) nicht sehen könnend medisch - blind
auf einem Auge blind sein - aan één oog blind zijn
blind für die Bedürfnisse anderer sein - blind zijn voor de behoeften van anderen
blind vor Wut - blind van woede

2) ohne vernünftige Urteilsfähigkeit - blind

3) so, dass man nichts darin sieht - blind


II blind

bijwoord

deel van de uitdrukking: blind
Sie tastete sich blind durch den Tunnel. - Zij moest op de tast door de tunnel.
jemandem blind vertrauen - iemand blindelings vertrouwen


III Blinde

zelfst.naamw. (masculine-feminine)
Uitspraak:  [ˈblɪndə]
Verbuigingen:  Blinden , Blinden

deel van de uitdrukking: blinde
uitdrukking Das sieht doch ein Blinder!

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
blind blind ; dof ; flets ; mat ; niet helder ; niet kunnende zien ; niet zien kunnend ; troebel
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `blind`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: beschlagen
DE: dumpfig
DE: farblos
DE: flau
DE: glanzlos
DE: Grau
DE: halbblind
DE: hohl
DE: im Schlaf
DE: im Stehen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: blinder Lärm NL: loos alarm
DE: blind schießen NL: met los kruit schieten