Vertaal
Naar andere talen: • gewähren > ENgewähren > ESgewähren > FR
Vertalingen gewähren DE>NL

gewähren

werkw.
Uitspraak:  [gəˈvɛːrən]

1) jemandem aus einer Machtposition her geben, worum er gebeten hat - toestaan
Die gute Fee gewährte ihm drei Wünsche. - De goed fee stond hem drie wensen toe.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. gewährt (jdm) Sicherheit / Trost / ...

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking jemanden gewähren lassen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gewähren (ww.) goedkeuren (ww.) ; zwichten (ww.) ; verlenen (ww.) ; vergunnen (ww.) ; verdelen (ww.) ; tolereren (ww.) ; toekennen (ww.) ; permitteren (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; goed vinden (ww.) ; genadig toestaan (ww.) ; gedogen (ww.) ; duren (ww.) ; dulden (ww.) ; distribueren (ww.) ; delen (ww.) ; binnen laten (ww.)
gewähren toestaan
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `gewähren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: einräumen
DE: verleihen
DE: zubilligen
DE: zuerkennen
DE: zusprechen
DE: zuteilen
DE: zuweisen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einen gewähren lassen NL: iemand laten begaan