Vertalingen gewähren DE>NL
gewähren
werkw.
1) jemandem aus einer Machtposition her geben, worum er gebeten hat -
toestaan Die gute Fee gewährte ihm drei Wünsche. - De goed fee stond hem drie wensen toe. |
2) deel van de uitdrukking: etw. gewährt (jdm) Sicherheit / Trost / ... (=etw. bietet etw. Positives für jdn) - verschaffen
Dieses Verfahren gewährt viele Vorteile. - Deze methode biedt veel voordelen.
|
3) deel van de uitdrukking: jemanden gewähren lassen (=nicht verhindern, dass jemand etw. tut) - toestaan
Die Kinder tobten durch Haus und er ließ sie gewähren. - De kinderen ravotten door het huis en zij liet het toe.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gewähren (ww.) | goedkeuren (ww.) ; zwichten (ww.) ; verlenen (ww.) ; vergunnen (ww.) ; verdelen (ww.) ; tolereren (ww.) ; toekennen (ww.) ; permitteren (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; goed vinden (ww.) ; genadig toestaan (ww.) ; gedogen (ww.) ; duren (ww.) ; dulden (ww.) ; distribueren (ww.) ; delen (ww.) ; binnen laten (ww.) |
gewähren | toestaan |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `gewähren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: einräumenDE: verleihenDE: zubilligenDE: zuerkennenDE: zusprechenDE: zuteilenDE: zuweisenUitdrukkingen en gezegdes
DE: einen
gewähren lassen
NL: iemand laten begaan