Vertalingen Gegenstand DE>NL
der Gegenstand
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈgeːgənʃtant] |
Verbuigingen: | Gegenstand(e)s , Gegenstände |
1) etw., das eine feste Form hat und das man anfassen kann -
voorwerp Er wurde mit einem stumpfen Gegenstand erschlagen. - Hij werd met een stomp voorwerp neergeslagen. Gebrauchsgegenstand - gebruiksvoorwerp |
2) das, worum es in einem Gespräch usw. geht -
onderwerp Das ist nicht Gegenstand dieser Diskussion. - Dat is geen onderwerp van deze discussie. |
3) das, worauf eine Handlung, ein Gefühl gerichtet ist -
doel , onderwerp zum Gegenstand böswilliger Angriffe werden - het doel worden van kwaadwillende aanvallen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Gegenstand | het artikel ; het ding ; goed (znw.) ; het item ; het object ; het voorwerp ; de zaak |
Gegenstand | materie |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Gegenstand`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AffäreDE: AkkusativobjektDE: AngelegenheitDE: ArtikelDE: DativobjektDE: DingDE: FallDE: FrageDE: GesprächsgegenstandDE: Gesprächspunkt