1. MWB
  2. Vertalen
  3. Gauner (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Gauner > EN • Gauner > ES • Gauner > FR
Vertalingen Gauner DE>NL

der Gauner

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈgaunɐ]
Verbuigingen:  Gauners , Gauner

1) ein Dieb, Betrüger o. Ä. - schurk , boef
Im Internet lauern viele Gauner. - Op het internet liggen veel schurken op de loer.
Gaunerbande - boevenbende

2) schlauer und listiger Mensch - leperd , sluwe vos
Glaubst du, ich falle auf deine Tricks herein, alter Gauner? - Geloof je dat ik in je trucs trap oude sluwe vos?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
der Gaunerde rakker (m) ; de zwendelaarster (v) ; de zwendelaar (m) ; de stouterd (m) ; de stinkerd (m) ; de snaak (m) ; de smiecht (m) ; de smeerlap (m) ; de slechterik (m) ; de showbink (m) ; de schurk (m) ; de schoft (m) ; de schobbejak (m) ; schavuit (m) ; de rotzak (m) ; de afzetster (v) ; de praalhans (m) ; de oplichtster (v) ; de oplichter (m) ; de naarling (m) ; het mispunt ; het jongen ; de gauwdief (m) ; galgentronie (znw.) ; de galgenbrok ; de fielt (m) ; de boef (m) ; de bedriegster (v) ; de bedrieger (m) ; de afzetter (m)
Bronnen: interglot; Wikipedia; f


Voorbeeldzinnen met `Gauner`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Bengel
DE: Betrüger
DE: Bösewicht
DE: Ferkel
DE: Flegel
DE: Frevler
DE: Galgengesicht
DE: Gangster
DE: Halsabschneider
DE: Halunke