Vertaal
Vertalingen Gasthofbesitzer DE>NL
der Gasthofbesitzer hotelbezitter (znw.) ; de hotelhouder (m) ; de hotelier (m) ; logementhouder (znw.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `Gasthofbesitzer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Hotelbesitzer