1. MWB
  2. Vertalen
  3. frisch (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • frisch > EN • frisch > ES • frisch > FR
Vertalingen frisch DE>NL

I frisch

bijv.naamw.
Uitspraak:  [frɪʃ]

1) vor Kurzem geerntet, erzeugt, entstanden usw. - vers
nach einer Pause mit frischer Kraft an die Arbeit gehen - na een pauze met frisse kracht aan het werk gaan
uitdrukking frisch bleiben / sich frisch halten
uitdrukking etw. frisch halten

2) noch nicht benutzt, sauber - fris
Lass mal frische Luft ins Zimmer! - Laat eens frisse lucht in de kamer!

3) kühl - fris
Abends wurde es etwas frisch. - 's Avonds werd het een beetje fris.

4) nicht erschöpft oder müde - fris
sich frisch und munter fühlen - zich fris en monter voelen


II frisch

bijwoord

deel van de uitdrukking: vers
frisch gebackenes Brot - vers gebakken brood
ein frisch gemachtes Bett - een fris opgedekt bed
frisch geputzte Schuhe - pas gepoetste schoenen
frisch rasiert / verheiratet sein - fris geschoren zijn / vers getrouwd zijn


III die Frische

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈfrɪʃə]
Verbuigingen:  Frische

1) deel van de uitdrukking: versheid
Das Gelingen des Gerichts hängt von der Frische der Zutaten ab. - Of een gerecht lukt, is afhankelijk van de versheid van de ingrediënten.

2) deel van de uitdrukking: koelte
die angenehme Frische der Bergluft - de aangename koelte van de berglucht

3) deel van de uitdrukking:
uitdrukking in alter Frische

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
frisch onbedorven ; koel ; levendig ; luchtig ; modern ; nieuw ; nieuwbakken ; onaangebroken ; onaangeroerd ; onaangetast ; kleurrijk ; onbevlekt ; ongebruikt ; ongeopend ; onschuldig ; rein ; verhit ; vers ; versgebakken ; vlekkeloos ; kleurig ; bezet ; bloeiend ; doodgemoedereerd ; doodkalm ; druk ; drukbezet ; eigentijds ; fleurig ; florissant ; fris ; frisjes ; geagiteerd ; hedendaags ; hooggekleurd ; fris ; pittig ; groen ; fris van smaak
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `frisch`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: agitiert
DE: aktuell
DE: angeheitert
DE: aufgebracht
DE: aufgeregt
DE: aufgeweckt
DE: derzeitig
DE: eifrig
DE: einwandfrei
DE: emsig

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: frisch und munter NL: goed gezond
DE: frisch gestrichen NL: pas geverfd
DE: auf frischer Tat NL: op heterdaad
DE: eine frische Seite NL: een nieuwe bladzijde