Vertalingen Einfahren DE>NL
einfahren (ww.) | binnenkomen (ww.) ; opwaarts rijden (ww.) ; oprijden (ww.) ; invaren (ww.) ; inrijden (ww.) ; ingaan (ww.) ; binnenvaren (ww.) ; binnentreden (ww.) ; binnenstappen (ww.) ; binnenrijden (ww.) ; binnenlopen (ww.) ; binnengaan (ww.) ; betreden (ww.) |
einfahren | aanrijden ; toerijden ; nivellering ; intrekken ; inrijden ; inlopen ; binnenhalen ; binnenbrengen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Einfahren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: abpflückenDE: auffahrenDE: die Ernte einbringenDE: die Ernte einfahrenDE: dreschenDE: einbringenDE: eindringenDE: eingehenDE: EinkommenDE: einlassenUitdrukkingen en gezegdes
DE: in die Grube
einfahren
NL: in de mijn afdalen