1. MWB
  2. Vertalen
  3. einschalten (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • einschalten > EN • einschalten > ES • einschalten > FR
Vertalingen einschalten DE>NL

einschalten

werkw.
Uitspraak:  [ˈainʃaltən]

1) anmachen - inschakelen
Schaltest du bitte den Fernseher / das Licht ein? - Zet je alsjeblieft de televisie / het licht aan?

2) informieren - inschakelen
Du solltest lieber einen Rechtsanwalt einschalten. - Je zou beter een advocaat inschakelen.

3) eingreifen - ingrijpen
Der Chef schaltete sich ein und unterbrach die Diskussion. - De chef greep in en onderbrak de discussie.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
einschalten (ww.) beginnen met werk (ww.) ; tussenlassen (ww.) ; starten (ww.) ; passen in (ww.) ; overgaan op nieuwe rijbaan (ww.) ; opstarten (ww.) ; invoegen (ww.) ; inschakelen (ww.) ; inpassen (ww.) ; inbrengen (ww.) ; in werking stellen (ww.) ; beginnen te werken (ww.) ; aanzetten (ww.) ; aanmaken (ww.) ; aandraaien (ww.) ; aandoen (ww.)
einschalten inlagen doen ; ontsteken ; koppelen ; instellen ; insteken ; inschakeling ; inschakelen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `einschalten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: andrehen
DE: anfangen zu arbeiten
DE: anmachen
DE: anschalten
DE: anstellen
DE: auf eine neue Fahrbar wechseln
DE: aufbieten
DE: bemühen
DE: dazwischenschieben
DE: einbauen