Uitspraak: | [ˈaingeːən] |
Ich gehe jede Wette ein, dass das stimmt. - Ik ga elke weddenschap aan dat het klopt. Die beiden Parteien wollen eine Koalition eingehen. - De beide partijen zetten in op een coalitie. |
![]() (=in etw. aufgenommen werden) - ergens in opgenomen worden Dieser Fall wird in die Geschichte eingehen. - Dit geval zal in de geschiedenis worden opgenomen. |
![]() (=auf jemanden / etw. reagieren / antworten) - op iemand/iets ingaan Ist sie auf deinen Vorschlag eingegangen? - Is zij op jouw voorstel ingegaan? |
Ihr Auftrag ist bei uns eingegangen und wird umgehend bearbeitet. - Haar opdracht is bij ons ontvangen en wordt meteen verwerkt. Bei der Stadtverwaltung ging eine Bombendrohung ein. - Bij het gemeentebestuur werd een bommelding ontvangen. |
Wir wären vor Langeweile fast eingegangen. - Wij zouden van verveling bijna doodgegaan. |
Das T-Shirt ist beim Waschen eingegangen. - Het T-shirt is bij het wassen gekrompen |
![]() (=jemand versteht etw. nicht) - iemand begrijpt iets niet Mir will nicht eingehen, warum ich das tun soll. - Ik kan het maar niet begrijpen waarom ik dat moet doen. |