Vertalingen Blicken DE>NL
blicken
werkw.
1) die Augen auf etw. / jemanden richten -
kijken , zien aus dem Fenster blicken - uit het raam kijken zu Boden blicken - naar de grond kijken optimistisch in die Zukunft blicken - optimistisch naar de toekomst kijken |
2) einen bestimmten Blick haben -
kijken , zien traurig blicken - treurig kijken |
3) verstehen -
begrijpen , snappen In Mathe blicke ich gar nichts. - Van wiskunde begrijp ik niets. |
4) deel van de uitdrukking: sich (bei jdm) blicken lassen (=jemanden besuchen, dorthin kommen, wo jemand ist) - opzoeken
Lass dich bald mal wieder blicken! - Kom snel weer eens op bezoek!
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
blicken (ww.) | kijken (ww.) |
Blicken | blikken ; zien |
Bronnen: Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Blicken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: guckenDE: schauenDE: sehen