Vertaal
Naar andere talen: • Blicken > ENBlicken > ESBlicken > FR
Vertalingen Blicken DE>NL

blicken

werkw.
Uitspraak:  [ˈblɪkən]

1) die Augen auf etw. / jemanden richten - kijken , zien
aus dem Fenster blicken - uit het raam kijken
zu Boden blicken - naar de grond kijken
optimistisch in die Zukunft blicken - optimistisch naar de toekomst kijken

2) einen bestimmten Blick haben - kijken , zien
traurig blicken - treurig kijken

3) verstehen - begrijpen , snappen
In Mathe blicke ich gar nichts. - Van wiskunde begrijp ik niets.

4) deel van de uitdrukking:
uitdrukking sich (bei jdm) blicken lassen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
blicken (ww.) kijken (ww.)
Blicken blikken ; zien
Bronnen: Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Blicken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: gucken
DE: schauen
DE: sehen