Vertaal
Naar andere talen: • Blüte > ENBlüte > ESBlüte > FR
Vertalingen Blüte DE>NL

die Blüte

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈblyːtə]
Verbuigingen:  Blüte , Blüten

1) bunter Teil von Pflanzen, aus dem sich später eine Frucht entwickelt plantkunde - bloesem
eine Rose mit roten Blüten - een roos met rode bloesem

2) Zeit, in der Pflanzen blühen - bloei
zur Kirschblüte nach Japan fliegen - voor de kersenbloesem naar Japan vliegen
uitdrukking in (voller) Blüte stehen

3) Höhepunkt - bloei
eine Zeit wirtschaftlicher Blüte - een tijd van wetenschappelijke bloei
Er starb in der Blüte seiner Jugend. - Hij stierf in de bloei van zijn leven.

4) gefälschter Geldschein - bloem

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
die Blütede bloei (m) ; de bloeiperiode (v) ; de bloesem (m) ; geestelijke vorming (znw.) ; de groei (m) ; de hausse (v) ; de hoogconjunctuur (v) ; de keur ; de opbloei (m) ; de vorming (v) ; de wasdom (m)
Blüte bloei ; bloeitijd ; bloem ; bloesem
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `Blüte`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: Aufschwung
DE: Blume
DE: Blühen
DE: Blütenkelch
DE: Blütenstaub
DE: Boom
DE: Hausse
DE: Hochkonjunktur

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: Blüten treiben NL: bloesem dragen
DE: sonderbare Blüten treiben NL: vreemde uitwassen te zien geven