Aufschwung - Vertaling Duits-Nederlands

Vertalingen Aufschwung DE>NL

der Aufschwung

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈa ufʃvʊŋ]
Verbuigingen:	Aufschwung(e)s , Aufschwünge

1) gute wirtschaftliche Entwicklung ^economie - opleving , impuls

Wann kommt der Wirtschaftsaufschwung? - Wanneer komt de opleving van de economie?

2) neue Hoffnung, Mut und Energie - opleving

Die Nachricht gab mir wieder Aufschwung. - Het bericht deed me weer opleven.

Overige bronnen

der Aufschwung	de aanzet (m) ; animering (znw.) ; de bloei (m) ; de hausse (v) ; de hoogconjunctuur (v) ; de opbloei ; de opleving ; de opwekking (v) ; opzwaai (znw.) ; de prikkel (m)
Aufschwung	half loop and half roll

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `Aufschwung`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: Anreiz
DE: Ansporn
DE: Aufstieg
DE: Blüte
DE: Boom
DE: Hausse
DE: Hochkonjunktur
DE: Impuls
DE: Wachstum
DE: Wuchs