I bekannt

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bəˈkant]

1) so, dass viele Menschen die Person / Sache kennen - bekend

ein bekannter Musiker - een bekende muzikant Frankreich ist für seine seine gute Küche bekannt. - Frankrijk staat bekend om zijn goede keuken. Er ist als Feigling bekannt. - Hij staat als lafaard bekend.

etw. bekannt geben / machen (=) - bekendmaking Er gab bekannt, dass er beabsichtige zurückzutreten. - Hij maakte bekend dat hij van plan is op af te treden.

2) so, dass man etw. weiß - bekend

Der Lehrer setzt den Stoff als bekannt voraus. - De docent veronderstelde dat de stof al bekend was. Von dieser Sache ist mir nichts bekannt. - Over deze zaak is mij niets bekend.

3) so, dass man jemanden persönlich kennt - bekend

Auf der Party waren viele bekannte Gesichter. - Op het feest waren veel bekende gezichten.

jemanden / sich mit jemandem bekannt machen (=) - kennis maken

jemandem bekannt vorkommen (=) - bekend voorkomen

II Bekannte

zelfst.naamw. (masculine-feminine)

Uitspraak:	[bəˈkantə]
Verbuigingen:	Bekannten , Bekannten

deel van de uitdrukking: bekende

„Seid ihr befreundet?‟ – „Nein, sie ist nur eine flüchtige Bekannte.‟ - "Zijn jullie bevriend?" - "Nee, zij is alleen maar een vage bekende."

III die Bekanntgabe

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[bəˈkantgaːbə]
Verbuigingen:	Bekanntgabe , Bekanntgaben

deel van de uitdrukking: bekendmaking

die Bekanntgabe einer Verlobung - de bekendmaking van een verloving

IV die Bekanntheit

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[bəˈkanthait]
Verbuigingen:	Bekanntheit

deel van de uitdrukking: bekendheid

weltweite Bekanntheit erlangen - wereldwijde bekendheid verwerven die Bekanntheit eines Produkts steigern - de bekendheid van een product neemt toe

V die Bekanntmachung

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[bəˈkantmaxʊŋ]
Verbuigingen:	Bekanntmachung , Bekanntmachungen

deel van de uitdrukking: bekendmaking , kennisgeving

eine amtliche Bekanntmachung - een ambtelijke bekendmaking

© K Dictionaries Ltd.

bekannt

bekend ; familiair ; ruchtbaar ; tutoyerend ; vertrouwd ; befaamd ; beroemd

Bronnen: interglot; Wikipedia




DE: allbekannt
DE: allgemein bekannt
DE: berüchtigt
DE: berühmt
DE: gefeiert
DE: gewohnt
DE: glaubhaft
DE: gutunterrichtet
DE: illuster
DE: im Bilde