Vertaal
Naar andere talen: • gewohnt > ENgewohnt > ESgewohnt > FR
Vertalingen gewohnt DE>NL

gewohnt

bijv.naamw.
Uitspraak:  [gəˈvoːnt]

gewöhnt

bijv.naamw.
Uitspraak:  [gəˈvøːnt]

1) deel van de uitdrukking: vertrouwd
Das Tier fühlt sich in seiner gewohnten Umgebung am wohlsten. - Het dier voelt zich in zijn vertrouwde omgeving het fijnst.

2) deel van de uitdrukking:
uitdrukking etw. gewohnt sein

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
gewohnt bekend ; geregeld ; gewend ; gewoon ; op vaste tijden ; regelmatig ; regulier ; vertrouwd
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `gewohnt`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: allgemein
DE: allgemeingültig
DE: alltäglich
DE: bekannt
DE: durchgehend
DE: durchweg
DE: gangbar
DE: gebräuchlich
DE: geläufig
DE: gewöhnlich