beeilen - Vertaling Duits-Nederlands

Naar andere talen: • beeilen > EN • beeilen > ES • beeilen > FR

Vertalingen beeilen DE>NL

zich beeilen

reflexief werkw.

Uitspraak:

[bəˈ|a ilən]

versuchen, etw. schnell(er) zu tun - haasten

Beeil dich, sonst verpassen wir noch den Zug! - Haast je, anders missen we trein nog!

Overige bronnen

beeilen (ww.)	reppen (ww.) ; zich spoeden (ww.) ; zich haasten (ww.) ; vliegen (ww.) ; versnellen (ww.) ; verhaasten (ww.) ; stressen (ww.) ; spoeden (ww.) ; snellen (ww.) ; opschieten (ww.) ; jakkeren (ww.) ; jagen (ww.) ; jachten (ww.) ; ijlen (ww.) ; bespoedigen (ww.) ; accelereren (ww.)
beeilen	haasten

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `beeilen`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

DE: beschleunigen
DE: eilen
DE: hetzen
DE: sich beeilen
DE: sputen
DE: wetzen

Uitdrukkingen en gezegdes

DE: sich beeilen NL: zich haasten