Vertaal
Naar andere talen: • aufwinden > ENaufwinden > ESaufwinden > FR
Vertalingen aufwinden DE>NL
aufwinden (ww.) opklossen (ww.) ; stommelen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; prikkelen (ww.) ; opwinden (ww.) ; opwikkelen (ww.) ; opwekken (ww.) ; opstropen (ww.) ; oprollen (ww.) ; haspelen (ww.) ; ophijsen (ww.) ; opdraaien (ww.) ; op een haspel winden (ww.) ; omhoogdraaien (ww.) ; lopen met geluid (ww.) ; klossen (ww.) ; hoger draaien (ww.) ; hijsen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aufwinden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anregen
DE: anreizen
DE: anspornen
DE: aufdrehen
DE: aufholen
DE: aufreizen
DE: aufrollen
DE: aufwickeln
DE: eindrehen
DE: erhitzen