Vertalingen aufblicken DE>NL
aufblicken (ww.) | naar boven kijken (ww.) ; naar boven zien (ww.) |
das Aufblicken | het opkijken |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aufblicken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: aufsehenDE: emporblickenDE: guckenDE: hinaufsehen