Vertalingen Abtreiben DE>NL
I abtreiben
werkw.
1) eine Schwangerschaft unterbrechen medisch -
aborteren Sie gab zu, abgetrieben zu haben. - Zij gaf toe dat ze abortus heeft laten plegen. Sie wurde schwanger, trieb das Kind aber ab. - Zij werd zwanger maar liet het kind aborteren. |
2) bewirken, dass sich etw. in eine nicht gewünschte Richtung bewegt -
uit koers brengen Der Sturm hat das Schiff weit vom Kurs abgetrieben. - De storm had het schip ver uit koers gebracht. |
3) vom Wind oder der Strömung in eine nicht gewollte Richtung bewegt werden -
afdrijven Der Ballon trieb in Richtung Osten ab. - De ballon dreef in oostelijke richting. |
II die Abtreibung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈaptraibʊŋ] |
Verbuigingen: | Abtreibung , Abtreibungen |
deel van de uitdrukking: medisch abortus © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
abtreiben (ww.) | in zedelijk opzicht zuiveren (ww.) ; klaren (ww.) ; kuisen (ww.) ; louteren (ww.) ; reinigen (ww.) ; verdrijven (ww.) ; verjagen (ww.) ; vruchtafdrijven (ww.) ; wegdrijven (ww.) ; wegjagen (ww.) |
das Abtreiben | aborteren (znw.) ; het afdrijven |
abtreiben | afdrijven ; regeneratie van de absorbeur ; stomen van de absorbeur |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `Abtreiben`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: fortjagenDE: forttreibenDE: reinigenDE: VerjagenDE: vertreibenDE: wegjagen