Vertalingen Antritt DE>NL
der Antritt
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈantrɪt] |
Verbuigingen: | Antritt(e)s , Antritte |
1) das Antreten -
begin vor Antritt der Fahrt - voor het begin van de rit bei Studienantritt - het begin van een studie |
2) das Übernehmen -
aanvaarding der Amtsantritt des neuen Bürgermeisters - de aanvaarding van het ambt door de nieuwe burgemeester |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
der Antritt | het aanvaarden ; de aanvaarding (v) ; de binnenkomst (v) ; de entree (v) ; innerlijke aanvaarding (znw.) ; de intocht (m) ; de intrede |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `Antritt`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: AkzeptierungDE: AnfangDE: AnkunftDE: antretenDE: eindringenDE: einkommenDE: EinnahmeDE: eintreffenDE: eintretenDE: Eintritt