Vertalingen ablenken DE>NL
I ablenken
werkw.
1) deel van de uitdrukking: jemanden (von etw.) ablenken (=jds Aufmerksamkeit stören) - afleiden
Lenk mich jetzt nicht ab! - Leidt mij nu niet af!
|
2) deel van de uitdrukking: (vom Thema) ablenken (=einem Thema ausweichen und über etw. anderes sprechen) - veranderen
Lenk jetzt nicht ab! - Verander nu niet van onderwerp!
|
3) in eine andere Richtung leiten -
veranderen Der Wind hat den Pfeil abgelenkt. - De wind heeft de pijl van richting veranderd. |
II die Ablenkung
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈaplɛŋkʊŋ] |
Verbuigingen: | Ablenkung , Ablenkungen |
1) deel van de uitdrukking: afleiding Jede Ablenkung stört beim Lernen. - Elke afleiding stoort bij het studeren. |
2) deel van de uitdrukking: afleiding Nach dem Stress brauche ich dringend Ablenkung. - Bij stress heb ik dringend behoefte aan afleiding. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ablenken (ww.) | bezig houden (ww.) ; iemand amuseren (ww.) ; vermaken (ww.) |
ablenken | afbuigen ; afleiden ; gestoord zijn |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ablenken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: ableitenDE: amüsierenDE: belustigenDE: belästigenDE: erheiternDE: hindernDE: störenDE: unterhaltenDE: zerstreuen