het verlies

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[vərˈlis]
Verbuigingen:	-liezen (meerv.)

1) keer dat je verliest - loss, casualty

het verlies van je portemonnee - the loss of one's wallet

2) dat wat je hebt verloren - loss, sacrifice

Zijn dood is een groot verlies voor de wetenschap. - Her death is a big loss for science. winst en verlies - profit and loss

© K Dictionaries Ltd.

verlies (ww.)	to harm ; to damage
het verlies	the contra ; the suffering ; the loss ; the let down ; the injury ; the harming ; the disadvantage ; the detriment ; the demerit ; the deficit ; the defeat ; the bereavement
verlies	dissipation ; waste ; wastage ; silence ; payout loss ; losses ; loss ; leakage ; electric utility losses ; dropout ; drop-out

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Engoi Woordenschatoefeningen; Vlietstra; Download IATE, European Union, 2017.




NL: afbreuk
NL: afneming
NL: gebrek
NL: het verliezen
NL: nadeel
NL: nederlaag
NL: ontbering
NL: overwonnen-worden
NL: schade
NL: verliezen

NL: verlies aan geld EN: loss in money
NL: verlies aan mensenlevens EN: loss of life
NL: met verlies verkopen EN: sell at a loss
NL: goed tegen zijn verlies kunnen EN: be a good loser