Vertalingen afbreuk NL>EN
afbreuk
zelfst.naamw.
deel van de uitdrukking: afbreuk doen aan (=minder aantrekkelijk maken) - devalue, denigrade, mar
De regen deed afbreuk aan het openluchtconcert. - The open air concert.was ruined by the rain.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de afbreuk | the damage ; the detriment ; the harm ; the harming ; the injury ; the loss |
afbreuk | derogation |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `afbreuk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: benadelingNL: kwaadNL: schadeNL: verliesUitdrukkingen en gezegdes
NL: afbreuk doen aan
EN: be detrimental to, detract from, do harm to