de kijk

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:

[kɛik]

1) manier waarop je over iets denkt - outlook, perspective

een sombere kijk op het leven hebben - have a somber outlook on life

kijk hebben op (=inzicht hebben in) - have an insight into; understand Zij heeft kijk op technische zaken. - She understands a bit in technical things.

2) deel van de uitdrukking:

te kijk lopen met (=(iets) opvallend laten zien) - wear (something) on (one's) sleeve / parade (something) like a boy-scout badge Hij loopt te kijk met zijn homoseksualiteit. - He wears his homosexuality on his sleeve like a boy-scout badge.

3) deel van de uitdrukking:

te kijk zetten (=(iemand) belachelijk maken) - make (someone) look like a fool

4) deel van de uitdrukking:

Tot kijk. (=<je zegt dit bij een afscheid>) - Till later!

© K Dictionaries Ltd.

de kijk (m)	the idea ; the insight ; the notion ; the panorama ; the view ; the vision
kijk	behold ; here are ; here is ; look ; outlook ; there

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Vlietstra




NL: aanblik
NL: alsjeblieft
NL: alstublieft
NL: blik
NL: denkbeeld
NL: gezicht
NL: hier
NL: idee
NL: inzicht
NL: mening

NL: mijn kijk op de zaak EN: my view of the matter
NL: kijk op 't leven EN: outlook upon life, conception of life
NL: een juiste kijk geven op EN: give an accurate insight into
NL: ik begin er kijk op te krijgen EN: I am getting my eye in
NL: er is geen kijk op verbetering EN: there is no prospect (hope) of improvement
NL: te kijk staan EN: be on show
NL: te kijk stellen EN: display