Vertalingen voordeel NL>DE
het voordeel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | ['vordel] |
Verbuigingen: | voordeeldelen (meerv.) |
iets gunstigs of nuttigs, soms in vergelijking met iets anders -
Vorteil (der ~), Nutzen (der ~) Een laptop biedt alleen maar voordelen. - Ein Laptop bietet nur Vorteile. Een papieren luier heeft het voordeel dat je hem niet hoeft uit te wassen. - Eine Papierwindel hat den Vorteil, dass man sie nicht auswaschen muss. |
voordeel hebben bij iets (=iets goed kunnen gebruiken) - einen Vorteil durch/von etwas haben
Werkgevers hebben voordeel bij gezonde werknemers. - Arbeitnehmer haben Vorteile von gesunden Arbeitnehmern.
|
je voordeel doen met iets (=iets goed kunnen gebruiken) - etwas zum Vorteil nutzen
Ze deed haar voordeel met die informatie. - Sie nutzte die Information zu ihrem Vorteil.
|
in je voordeel (=(van een eigenschap, situatie, gebeurtenis) zo dat het gunstig is voor jou) - jemandem zum Vorteil sein
Dat je nog jong bent, werkt in je voordeel. - Dass du noch jung bist, ist dein Vorteil.
|
iemand het voordeel van de twijfel geven/gunnen (=ondanks je twijfel toch nog voldoende vertrouwen in iemand hebben) - im Zweifelsfalle für etwas/jemanden sein
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het voordeel | der kleine Profit ; der kleiner Profit ; der Nutzen ; Vorteil ; der Vorteil |
voordeel | der Segen ; Überschuß |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Antiquarian Dictionary; Wikipedia; mwb
Voorbeeldzinnen met `voordeel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baatNL: buitenkansNL: buitenkansjeNL: gewinNL: meevallerNL: nutNL: opstekerNL: pluspuntNL: preUitdrukkingen en gezegdes
NL: zijn
voordeel met iets doen
DE: sich etwas zunutze machenNL: in het
voordeel (zijn)
DE: im VorteilNL: (dat is) in zijn
voordeel
DE: zu seinem VorteilNL: hij is in zijn
voordeel veranderd
DE: er ist zu seinen Gunsten verändertNL: ten voordele v.
DE: zugunsten (2)