Vertaal
Naar andere talen: • zwikken > DEzwikken > ENzwikken > ES
Vertalingen zwikken NL>FR
zwikken (ww.) déboîter (ww.) ; disloquer (ww.) ; essorer (ww.) ; se faire une entorse (ww.) ; se fouler (ww.) ; tordre (ww.) ; tortiller (ww.)
zwikken arrêteur ; monter la chaussure
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `zwikken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ontwrichten
NL: verstuiken
NL: verzwikken