Vertaal
Naar andere talen: • zwijnen > DEzwijnen > ENzwijnen > ES
Vertalingen zwijnen NL>FR
zwijnen (ww.) avoir de la chance (ww.)
het zwijnen canailles (v) ; cochons (m) ; crapules (v) ; fripouilles (v) ; gredins (m) ; salauds (m) ; sales (m) ; saligauds (m) ; salopes (v)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `zwijnen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: boemelen
NL: boffen
NL: brassen
NL: geluk hebben
NL: schoften
NL: slempen
NL: smeerlappen
NL: uitspatten
NL: varkens
NL: viezeriken