Vertalingen welvoeglijk NL>FR
welvoeglijk | décent ; vertueux ; vertueusement ; sincère ; séant ; honnêtement ; honnête ; franchement ; franc ; équitable ; avec équité ; décemment ; de bonne foi ; correct ; convenablement ; convenable ; comme il faut ; bienséance ; avec raison |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `welvoeglijk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: betamelijkNL: decentNL: eerbaarNL: fatsoenlijkNL: kiesNL: manierlijkNL: netjesNL: oorbaarNL: welgevoeglijk