Vertalingen week NL>FR
week
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [wek] |
Verbuigingen: | weken (meerv.) |
periode van zeven dagen -
semaine (la ~) Volgende week ben ik er niet. - La semaine prochaine je serai absent. Over een week ben ik jarig. - Mon aniversaire est dans une semaine. vorige/afgelopen week - la semaine dernière/passée Het duurt weken voor het klaar is. - Il faudra des semaines avant que cela ne soit terminé. |
door de week (=op werkdagen, niet in het weekend) - en semaine / pendant la semaine
Door de week ga ik altijd om elf uur naar bed. - En semaine je me couche toujours à onze heures.
|
[wek] [mv: weken]1 periode van zeven dagen - semaine (la ~(v))
`Volgende week ben ik er niet.`
La semaine prochaine je serai absent.
`Over een week ben ik jarig.`
Mon aniversaire est dans une semaine.
`vorige/afgelopen week`
la semaine dernière/passée
`Het duurt weken voor het klaar is.`
Il faudra des semaines avant que cela ne soit terminé.
door de week
(= op werkdagen, niet in het weekend) - en semaine / pendant la semaine
`Door de week ga ik altijd om elf uur naar bed.`
En semaine je me couche toujours à onze heures.
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de week (v) | semaine (v) |
week | efféminé ; mol ; mou ; flaccide |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `week`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: drassigNL: futloosNL: klefNL: kletsnatNL: sentimenteelNL: zwakUitdrukkingen en gezegdes
NL: over een
week
FR: d'aujourd'hui en huitNL: de
week hebben
FR: être de semaineNL: door (in) de
week
FR: en semaine, pendant la semaineNL: in de
week leggen,
week zetten
FR: mettre tremperNL: in de
week liggen
FR: tremperNL: de was in de
week zetten
FR: couler la lessiveNL: week ijzer
FR: fer (le) douxNL: week maken
FR: ramollir, rendre mouNL: week worden
FR: devenir mou, se ramollir