Vertalingen voorzetten NL>FR
voorzetten (ww.) | fournir (ww.) ; mettre (ww.) ; offrir (ww.) ; s'occuper de (ww.) ; servir (ww.) |
het voorzetten | affichage (m) ; apposition (v) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `voorzetten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aan tafel bedienenNL: aanhechtenNL: bedienenNL: opdienenNL: opdissenNL: schaffenNL: voorplakkenNL: voorvoegenUitdrukkingen en gezegdes
NL: zijn beste beentje
voorzetten
FR: se montrer à son avantage