Vertalingen verpatsen NL>FR
verpatsen (ww.) | claquer son argent (ww.) ; dépenser follement (ww.) ; gaspiller (ww.) ; hypothéquer (ww.) ; laisser en gage (ww.) ; mettre en gage (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verpatsen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: belenenNL: verkwanselenNL: verpanden