Vertalingen kaart NL>FR
kaart
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kart] |
Verbuigingen: | -en (meerv.) |
1) stuk papier met plaatsen, wegen en andere aardrijkskundige gegevens -
carte (la ~) de kaart van Nederland - la carte des Pays-Bas |
kaartlezen (=op de kaart kijken hoe je moet rijden) - lire la carte
|
in kaart brengen (=(iets) inventariseren en er inzicht in geven) - faire l'inventaire de
Het was hun taak om de slachtoffers in kaart te brengen. - C'était à eux de faire l'inventaire des cas des victimes.
|
2) stuk dik papier met een afbeelding of tekst die je aan iemand kunt sturen -
carte (postale) (la ~) uit Parijs een kaart met de Eiffeltoren naar huis sturen - de Paris, envoyer une carte de la tour Eiffel à la maison een kaart met een gelukwens sturen naar iemand die jarig is - envoyer une carte de félicitations à quelqu'un qui fête son anniversaire rouwkaart - faire-part de décès |
3) een van de stukjes dik papier met een afbeelding en cijfer, waarmee je een spel kunt spelen -
carte (à jouer) (la ~) een spel kaarten - un jeu de cartes goede kaarten in handen hebben - avoir un bon jeu / avoir du jeu |
Dat is geen haalbare kaart. (=dat plan kan niet slagen) - C'est irréalisable.
|
open kaart spelen (=eerlijk zijn) - jouer cartes sur table / jouer franc jeu
|
je kaarten op tafel leggen (=duidelijk maken wat je van plan bent) - abattre ses cartes / son jeu
|
4) lijst met gerechten -
carte (la ~), menu (le ~) de ober om de kaart vragen - demander la carte au garçon |
5) bedrukt papier of plastic met informatie -
carte (la ~) klantenkaart - carte de fidélité studentenkaart - carte d'étudiant |
groene kaart (=groen formulier als internationaal bewijs dat je auto verzekerd is) - carte verte
|
gele kaart (=kaart die je na een ernstige fout in een voetbalwedstrijd krijgt van de scheidsrechter) - carton jaune
|
rode kaart (=kaart die je van de scheidsrechter krijgt na een ernstige overtreding waarna je niet meer mag meespelen) - carton rouge
|
6) deel van de uitdrukking: -
van de kaart zijn (=overstuur zijn) - être consterné
Toen hij het slechte nieuws hoorde was hij helemaal van de kaart. - Quand il a appris la mauvaise nouvelle, il était complètement consterné.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kaart | billet (m) ; carte (v) ; permis (znw.) ; plan (m) ; ticket (m) |
kaart | carte ; carte administrative ; cartogramme ; la cartographie |
Bronnen: interglot; Antiquarian Dictionary; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `kaart`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ansichtNL: entreebiljetNL: ficheNL: kaartjeNL: landkaartNL: plaatsbewijsNL: plattegrondNL: speelkaartNL: ticketNL: toegangsbewijsUitdrukkingen en gezegdes
NL: in
kaart brengen
FR: mettre en carteNL: groene
kaart
FR: carte (la) verte (d'assurance internationale)NL: de
kaart leggen
FR: tirer les cartesNL: open
kaart spelen
FR: jouer cartes sur tableNL: Iemand in de
kaart spelen
FR: faire le jeu de quelqu'unNL: Iemand in de
kaart kijken
FR: voir le jeu de quelqu'unNL: zich niet in de
kaart laten kijken
FR: cacher son jeuNL: alles op één
kaart zetten
FR: jouer le tout pour le toutNL: zijn
kaarten openleggen
FR: abattre ses cartes