Vertalingen vergallen NL>FR
vergallen
werkw.
Uitspraak: | [vərˈxɑlə(n)] |
Verbuigingen: | vergalde (verl.tijd ) heeft vergald (volt.deelw.) |
bederven -
gâter , gâcher iemands plezier vergallen - gâter/gâcher le plaisir à quelqu'un |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vergallen (ww.) | corrompre (ww.) ; empester (ww.) ; empoisonner (ww.) ; gâcher (ww.) ; gâter (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `vergallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedervenNL: verknoeienNL: verpesten