Vertalingen verbreider NL>FR
verbreider (ww.) | diffuser (ww.) ; disperser (ww.) ; éparpiller (ww.) ; étaler (ww.) ; étendre (ww.) ; propagandiste (ww.) ; propager (ww.) ; répandre (ww.) |
het verbreider | distributeur (m) ; diviseur (m) ; partageur (m) ; propagateur (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `verbreider`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: distributeurNL: rondstrooienNL: uitzaaienNL: uitzendenNL: verbreidenNL: verdelerNL: verspreiNL: verspreidenNL: verspreider