Vertaal
Naar andere talen: • uithangen > DEuithangen > ENuithangen > ES
Vertalingen uithangen NL>FR
uithangen (ww.) étendre (ww.) ; nicher (ww.) ; pendre (ww.) ; s'attarder (ww.) ; se trouver (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `uithangen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: naar buiten hangen
NL: ophangen
NL: rondhangen
NL: spelen
NL: uitsteken
NL: zich bevinden
NL: zijn

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de geleerde uithangen FR: faire le savant
NL: de was uithangen FR: étendre le linge
NL: dat hangt mij de keel uit FR: j'en ai par-dessus la tête, j'en ai marre