Vertalingen uitgestrekt NL>FR
uitgestrekt | allongé ; couché ; étendu ; étiré ; être gisant tout de son long ; gisant ; déployé ; en traction |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitgestrekt`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gestrektNL: grootNL: lang en smalNL: langgemaaktNL: langgerektNL: languitNL: liggend