Vertalingen uitdunnen NL>FR
uitdunnen (ww.) | couper (ww.) ; déboiser (ww.) ; décimer (ww.) ; éclaircir (ww.) ; élaguer (ww.) ; épuiser (ww.) |
uitdunnen | distançage ; ébranchage ; éclaircir ; éclaircissage ; émondage |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `uitdunnen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ruimenNL: snoeienNL: wegkappen