Vertalingen uitdokteren NL>FR
uitdokteren (ww.) | concocter (ww.) ; fabriquer (ww.) ; imaginer (ww.) ; inventer (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `uitdokteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bedenkenNL: uitdenkenNL: uitkienenNL: uitknobbelen