Vertalingen tweetalig NL>FR
tweetalig
bijv.naamw.
1) (van iemand) twee talen sprekend -
bilingue Door zijn Franse vader en Nederlandse moeder is hij volledig tweetalig. - Par le fait que son père est français et que sa mère est néerlandaise il est tout à fait bilingue. |
2) in twee talen opgesteld of gegeven -
bilingue tweetalig onderwijs - enseignement bilingue |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `tweetalig`

Voorbeeldzinnen laden....