Vertalingen trouwbreuk NL>FR
| trouwbreuk (znw.) | infidélité (v) ; malhonnêteté (v) ; perfidie (v) ; trahison (v) |
| trouwbreuk | adultère |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `trouwbreuk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: niet-trouw-zijnNL: ontrouwNL: perfidieNL: trouweloosheid