Vertalingen treuren NL>FR
treuren
werkw.
Uitspraak: | [ˈtrørə(n)] |
Verbuigingen: | treurde (verl.tijd ) heeft getreurd (volt.deelw.) |
verdrietig zijn -
avoir du chagrin treuren om of over iets - pleurer quelque chose |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
treuren (ww.) | déplorer (ww.) ; être affligé (ww.) ; être triste (ww.) ; pleurer (ww.) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `treuren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: droevig zijnNL: jammerenNL: kwijnenNL: rouwen