de staat

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[stat]
Verbuigingen:	staten (meerv.)

1) hoe iets is - état (le ~)

De auto is oud, maar in goede staat. - La voiture n'est pas récente, mais elle est dans un bon état.

in alle staten zijn (=erg opgewonden zijn) - être dans tous ses états

in staat zijn tot (=(iets) kunnen) - être capable de

2) land - État (le ~)

de Staat der Nederlanden - l'État néerlandais de Verenigde Staten - les États-Unis

3) overzicht of lijst - état (le ~), relevé (le ~)

debiteurenstaat - relevé des débiteurs

© K Dictionaries Ltd.

de staat (m)	état (m) ; tracas (m) ; situation (v) ; royaume (m) ; registre (m) ; prise de position (v) ; position (v) ; peuple (m) ; nation (v) ; liste (v) ; énumération (v) ; ennuis (m) ; empire (m) ; disposition (v) ; condition (v) ; circonstance (v) ; autorités (v)
staat	état ; le membre ; état de conservation

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek




NL: conditie
NL: gesteldheid
NL: land
NL: lijst
NL: lijst van gegevens
NL: natie
NL: opgaaf
NL: opgave
NL: opnoeming
NL: opsomming

NL: staat van beleg FR: état de siège
NL: staat van dienst FR: état (le) de service
NL: Provinciale Staten FR: les Etats Provinciaux
NL: de Verenigde Staten FR: les Etats-Unis
NL: staat maken op FR: compter sur
NL: een grote staat voeren FR: mener grand train
NL: buiten staat te FR: hors d'état de
NL: in staat stellen (zijn) te FR: mettre (être) en état de